8.8.10

Je had erbij moeten zijn

Dat er een meisje in de Hema was dat bijna naar de brugklas ging. Dat ze daar was met haar vader om spullen te kopen. Hoe fijn het moet zijn om dat met je vader te kunnen doen. Ook als je vader niet zo goed Nederlands spreekt, maar er wel voor zorgt dat het allemaal goed komt, door een medewerkster van de Hema zo ver te krijgen dat zij de lijst met dingen die je in de brugklas nodig hebt voorleest, afstreept. Dat je vader dan vraagt of je die multomap mooi vindt, die met die bloemen en dat je die dan haast wel mooi moet vinden. De opluchting als dat ook echt zo is. De angst of anderen dat ook wel zullen vinden. De twijfel of je dat wel echt vindt, of dat je dat alleen maar graag wil vinden, zodat het Hemameisje door kan naar het volgende punt, ‘gekleurde tabbladen’.

Of jij ook ieder jaar minder nodig had, omdat je bepaalde dingen nog over had, omdat je andere dingen die op die lijst stonden toch nooit gebruikte. Of jij het ook de allereerste keer het leukst vond.

Dat de nieuwe boodschappenmandjes die jij zo vervelend vindt, die op wieltjes, heel goed te gebruiken zijn als je kind in de buggy zit. Die kan dan namelijk dat mandje op wieltjes vasthouden, waardoor de vader maar een ding hoefde te duwen.

Of jij ook nog steeds kinderen wilt. Of je denkt dat onze kinderen zullen gaan krijsen als ze die ene koekjes, die ene toetjes, die ene gekleurde hagelslag niet mogen hebben. Of jij dat weleens gedaan hebt.

Dat de vrouw achter mij in de rij bij de supermarkt zei: ‘O, ik dacht dat je bij die andere kassa zou gaan.’ Dat ze daarmee volgens mij bedoelde: ga jij nu alsnog eens even opzij, naar die kassa waar ze ook sigaretten en buskaarten en beltegoed verkopen, die vervelende kassa waar ze geen lopende band hebben, want dan kan ik mijn boodschappen hier vast kwijt. En dat ik toen zei: ‘Nou, ik sta nu al hier’ en zij weer: ‘Maar ik heb heel weinig – ik bedoel, heel veel.’ En dat ik toen al aan de beurt was. Dat ik me afvroeg: verwachtte je nu werkelijk dat ik je voor zou laten?

Of jij mij assertief vindt, of dat ik misschien ook die cursus moet gaan doen. Of je erbij geweest had willen zijn, niet omdat het nu allemaal zo interessant, maar omdat het met mij was.

Dat ik eigenlijk vind van wel.

Geen opmerkingen: